Karate workshop Winsum
Competentie 6.1 en 6.2

Dit jaar, 2018, heb ik samen met Dojo Katsu karate workshops gegeven aan 578 schoolkinderen. De workshops werden gegeven in groepen van 70 tot 80 kinderen.Het was een onderdeel van de sportdag. Dit deed ik dus voor een andere sportschool en vechtsport, ik zag het belang in voor Katsu maar daarnaast ook voor de kinderen. Mijn persoonlijke standpunt is door kinderen in aanraking met vechtsport te brengen, kunnen er een hoop goede ontwikkelingen ontstaan. Men twijfelt nog wel eens of de vechtsport goed is voor kinderen, ik denk van wel. Zeker als ik het sociale perspectief pesten bekijk, kan vechtsport een goed iets zijn door de vechtsporters mentaal sterker te maken en meer zelfvertrouwen te geven.
Ik heb elke training van deze workshops mee geholpen. Niet alleen om het belang Katsu aan nieuwe jeugdleden te helpen, maar ook voor de kinderen. Vechtsport heeft mij als kind erg geholpen bij mijn zelfvertrouwen, respect en discipline. Door deze kinderen in aanraking te brengen met karate, hoop ik hen te inspireren om aan vechtsport te gaan doen. Zeker door te kijken naar maatschappelijke actuele thema’s zoals pesten, kan vechtsport een goede rol spelen, dat is mijn persoonlijk standpunt. Het in aanraking brengen van vechtsport met kinderen doe ik natuurlijk op verantwoordelijke wijze, ik handel moreel. Je gaat ze niet laten vechten zonder toezicht. We laten de kinderen werken met pads in tweetallen. Tijdens deze activiteit liep ik rond en bieb geprobeerd bij elk tweetal te komen kijken, met ze te praten en ze te helpen. Door te kijken naar groeps- en individuele verschillen, kan er bijvoorbeeld bij het individu zoals een meid een ander belang zijn met betrekking tot het maatschappelijke actuele thema, seksuele intimidatie. Bij de groep is bijvoorbeeld het thema pesten meer van toepassing. Door het inzien van deze verschillen kan ik doelbewust handelen door bijvoorbeeld op inidovidueel niveau bij een meid een andere aanspreektoon of misschien wel technieken te hebben en te leren. Zo vertel ik sommige meiden dat ze veel harder slaan dan een aantal jongens om hun zelfvertrouwen te geven. Door ook meiden een vechtsport aan te leren, kunnen zij zich beter verdedigen. Hier wordt veel over gesproken. Ik denk zeker dat het goed is, je loopt met meer zelfvertrouwen alleen over straat, ook in het donker en mocht er wat gebeuren kan je jezelf verdedigen, ik vind dit erg belangrijk. Niet iedereen in een basisschool klas heeft het even makkelijk, er word ook gepest. Als er iemand gepest werd, kon ik dit zien toen ik voor de groep stond en heb hiervoor maatregelen getroffen. Ook heb ik een jongen apart gesproken, omdat hij vanwege andere jongens niet meer mee wilde doen. Ik ben met hem gaan praten en het voor hem zo kunnen maken, dat hij weer met plezier mee ging doen. Na de training heb ik een paar kinderen die aangaven interesse te tonen in Katsu, naar de voorzitter van Dojo Katsu gestuurd.


Door de verschillen van groep en individu te zien, heb ik mijn manier van training geven daarop kunnen aanpassen. En door bewust te zijn van de belangrijkheid van vechtsport in de ontwikkeling en andere maatschappelijke problemen, heb ik het contact tijdens de training wat ik met de kinderen had, hier op aan kunnen passen. Door ook het belang van Dojo Katsu, naast die van de kinderen, van deze workshops in te zien, namelijk om nieuwe leden te werven, heb ik een paar naar de voorzitter van Dojo Katsu verwezen, namelijk de kinderen die interesse toonden bij het bijwonen van trainingen van Dojo Katsu. Ik ben met de trainer van Katsu in gesprek geweest over hoe belangrijk vechtsport is voor de maatschappij "Het leert respect en discipline.", ook vond hij het fijn dat ik hem bij deze workshop wilde helpen en het ging goed. (Bewijslast competentie 6.1 en 6.2)
Maak jouw eigen website met JouwWeb